Sander en Maaike wonen al negen jaar met hun drie kinderen in een dorp in de Randstad. Hun zoon van zeven en dochters van vier en één jaar oud groeien op in een kindvriendelijke buurt, waar voldoende voorzieningen zijn. Met twee winkelcentra en vijf basisscholen is het dorp een fijne plek voor gezinnen.
Voor Sander en Maaike was de keuze voor een basisschool eenvoudig: als christelijk gezin wilden ze hun kinderen laten opgroeien op een school die aansluit bij hun geloof. Daarom gaan hun oudste kinderen naar een christelijke basisschool op loopafstand van hun huis.
Hoewel de basisschool een christelijke identiteit heeft, zitten er niet alleen kinderen uit christelijke gezinnen. Er zijn ook leerlingen die geen religieuze opvoeding krijgen en zelfs kinderen uit islamitische gezinnen.
Dit is een bewuste keuze van de school, die openstaat voor iedereen. “Het is een fijne school met betrokken leraren en een warme sfeer,” vertelt Maaike. Toch heeft ze gemengde gevoelens over de brede toelating.
Onlangs kreeg Maaike te horen dat een goede vriendin van haar, die binnenkort met haar gezin naar het dorp verhuist, moeite heeft om haar vier kinderen op dezelfde school te krijgen. “Helaas heeft mijn vriendin te horen gekregen dat er een wachtlijst is en dat er dit jaar geen plek is voor nieuwe aanmeldingen,” zegt Maaike teleurgesteld. Het huis van haar vriendin ligt op loopafstand van de school, wat het extra zuur maakt.
De situatie zet Maaike aan het denken over het toelatingsbeleid van christelijke basisscholen. “Een christelijke basisschool zou eigenlijk alleen maar kinderen moeten aannemen die een christelijke opvoeding krijgen,” vindt ze.
Volgens haar zou dit ervoor zorgen dat er altijd voldoende plek is voor kinderen uit gezinnen die bewust voor christelijk onderwijs kiezen. “Als een gezin geen christelijke achtergrond heeft, dan past een openbare school toch veel beter?”
Voor Maaike is het lastig te begrijpen waarom islamitische en niet-gelovige kinderen wel worden toegelaten, terwijl christelijke gezinnen soms achter het net vissen. “Zo is er namelijk altijd plek voor kinderen die wél een christelijke opvoeding krijgen,” benadrukt ze. Ze vindt dat christelijke basisscholen ervoor moeten zorgen dat kinderen uit een christelijk gezin voorrang krijgen bij inschrijving.
De discussie over wie er toegelaten zou moeten worden op een christelijke basisschool speelt in meer dorpen en steden. Veel christelijke scholen hanteren een open toelatingsbeleid, omdat ze onderwijs willen bieden aan alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Dit sluit aan bij het idee van inclusiviteit en diversiteit in het onderwijs.
Tegelijkertijd is er begrip voor ouders die specifiek christelijk onderwijs willen voor hun kinderen. Voor hen is het een manier om hun geloof een centrale rol in de opvoeding te geven. “We willen dat onze kinderen op school leren over de Bijbel en christelijke waarden,” zegt Maaike. “Dat is iets wat je op een openbare school niet krijgt.”
Voor Maaikes vriendin en haar gezin betekent de wachtlijst dat ze op zoek moeten naar een alternatief. Mogelijk kunnen hun kinderen tijdelijk naar een andere basisschool en later overstappen als er plek vrijkomt. “Het is niet ideaal, maar we moeten roeien met de riemen die we hebben,” heeft haar vriendin haar laten weten.
Ondertussen blijft Maaike zich afvragen of het toelatingsbeleid van de school zou moeten veranderen. “Christelijke scholen zijn er om christelijke kinderen onderwijs te geven,” herhaalt ze. “Het zou logisch zijn als dat de eerste prioriteit is.”
Sander en Maaike wonen al negen jaar met hun drie kinderen in een dorp in de Randstad. Hun zoon van…