Recente pinstoringen in ons kleine landje hebben velen aan het denken gezet over de waarde van contant geld.
Hoewel digitaal betalen steeds vaker de norm is, blijft het geruststellend om wat cash achter de hand te hebben voor noodgevallen.
Maar hoeveel geld mag je eigenlijk thuis bewaren? Laten we dit nader bekijken. In een steeds meer gedigitaliseerde wereld lijkt contant geld minder populair te worden.
Slechts 20 procent van de Nederlandse bevolking blijft vasthouden aan het gebruik van bankbiljetten en munten.
De overige 80 procent geeft de voorkeur aan digitale betaalmethoden zoals pinpassen, mobiele betalingen en andere moderne technologieën.
Hoewel digitaal betalen voordelen biedt zoals snelheid en gemak, zijn er ook nadelen. Pinstoringen en problemen met banken kunnen het betalen bemoeilijken, waardoor contant geld een waardevolle back-up blijft voor veel mensen.
Volgens de Rijksoverheid is er geen wettelijke limiet voor de hoeveelheid contant geld die je thuis mag hebben.
Of je nu een bescheiden bedrag of een aanzienlijke som in je bezit hebt, het is dus gewoon wettelijk toegestaan.
Echter, er is een belangrijke kanttekening: de Belastingdienst vereist dat je hen informeert als je meer dan 653 euro aan contant geld in huis hebt.
Dit bedrag moet worden gemeld bij je belastingaangifte. Als je een fiscale partner hebt, geldt een gezamenlijke limiet van 1.306 euro.
Het is belangrijk op te merken dat het niet alleen om eurobiljetten en munten gaat; de waarde van cadeaubonnen en andere financiële instrumenten wordt ook meegeteld.
Hoewel digitaal betalen steeds gebruikelijker wordt, is het altijd verstandig om wat contant geld bij de hand te hebben voor noodgevallen.