Al eeuwenlang bestaat inbraak als fenomeen, maar de methoden die dieven hanteren om doelwitten te selecteren, blijven veranderen.
Recentelijk is er een nieuwe inbrekerstruc opgedoken, zoals gemeld door het AD: het gebruik van tuinaarde.
In Rotterdam is deze aanpak recentelijk meerdere keren waargenomen, waarbij bewoners een bergje aarde op hun deurdrempel aantroffen.
Volgens de politie is deze methode bedoeld om te controleren of de bewoners thuis zijn of niet.
Als de drempel schoon is, is het vaak een indicatie dat er iemand thuis is die de aarde heeft weggehaald. Het concept op zich is niet geheel nieuw.
Vergelijkbare tactieken werden in het verleden ook toegepast, zoals het plaatsen van takjes of papiertjes onder de deur om te zien of ze na een paar dagen nog onaangetast zijn.
Op deze manier kan worden afgeleid dat de bewoners niet aanwezig zijn. Deze sluwe methodes laten zien hoe geslepen inbrekers kunnen zijn.
De impact van een inbraak op emotioneel vlak mag niet worden onderschat. Voor velen is hun huis een toevluchtsoord, en een inbraak kan een diepgaand effect hebben op dit gevoel van veiligheid en geborgenheid.
Het gaat verder dan alleen materiële schade; het is een inbreuk op persoonlijke privacy die diepe emotionele sporen kan achterlaten.
