Ooit bekend als de zanger met het imago van een eerlijke harde werker, die naast zijn zangcarrière nog gewoon doorwerkte in zijn eigen sloopbedrijf, heeft Frans Duijts vorig jaar zijn imago voorgoed veranderd.

Frans, die altijd trots was op zijn bescheidenheid en werklust, liet vorig jaar een andere kant zien door openlijk te pronken met zijn rijkdom.

Speciaal voor Shownieuws nodigde hij hen uit om aanwezig te zijn bij de levering van zijn nieuwe, peperdure Ferrari.

Het rijden in een Ferrari is al genoeg om de wenkbrauwen te doen fronsen, maar het openlijk tentoonstellen van zo’n luxe aankoop brengt het naar een heel ander niveau.
Toch lijkt dit voor Frans nog niet genoeg te zijn. In een recent interview met Beau Monde klaagt hij dat hij veel te weinig betaald krijgt voor zijn werk. Frans stelt dat zijn vergoeding verre van royaal is:

“Als mensen aan mij vragen hoe het met me gaat, dan zeg ik vaak: ‘Hard werken, weinig verdienen.’ Natuurlijk, ik verdien hartstikke goed.”

”Maar kijk je naar de uren die ik elke week draai, dan is het niet altijd in verhouding. Vorig jaar heb ik in totaal 163 optredens gedaan. Dat is best een heleboel en daarnaast doe ik ook nog allerlei andere dingen.”

”Voor mij is handelen in onroerend goed een hobby. Altijd druk bezig met ondernemen, dus werk ik veel. In eerste instantie is hard werken nodig om succes te behalen, maar wanneer dat punt bereikt wordt, kan het zijn dat er nog harder gewerkt moet worden om daar te blijven. Een team van 23 mensen is continu bezig met het merk Frans Duijts.”

“Als je de top nadert, moet er misschien nog harder gewerkt worden om daar te blijven. Er is een permanent team van 23 mensen bezig met het bouwen van het merk Frans Duijts.“

1. Volgens zijn eigen woorden vindt hij dat hij te weinig verdient…
2. Hij beweert zelf dat zijn inkomsten verre van vorstelijk zijn.
3. Frans is van mening dat zijn inkomen onvoldoende is:
4. Naar zijn zeggen werkt hij keihard, maar zijn verdiensten zijn matig!
5. Hij lijkt enigszins medelijden te hebben met zichzelf….

