In The New York Post staat het verhaal van de 40-jarige Yana te lezen. Ze besloot nog niet zo heel erg lang geleden van haar man te scheiden, ze was zijn zelfmedelijden meer dan zat.
Het was haar grote droom om een familie met haar inmiddels ex man te starten. De twee stapten in het huwelijksbootje toen zij 22 jaar oud was.
Destijds kreeg haar man slechts twee jaar na het huwelijk te horen dat hij teelbalknker had. ”We konden zo niet echt denken aan een toekomst”, aldus Yana.
”Hoe kun je aan een toekomst denken als je ineens hiermee moet dealen? Mensen die zoiets te horen krijgen reageren vaak op twee manieren.”
”Het eerste type zijn, zo was mijn ex helaas, mensen die ten onder gaan aan zelfmedelijden. Elke dag zeuren hoe zwaar het allemaal wel niet is.”
”Je hebt ook mensen die zichzelf niet op de eerste plaats zetten en aan hun omgeving denken.” Hij was niet zo.”
De uit New York City afkomstige Yana vond het erg dat helemaal niemand naar haar omkeek. ”We moesten naar verschillende artsen.”
”Nooit heeft iemand gevraagd hoe ik eraan toe was. Wat het allemaal met mij deed. Niemand bood mij hulp aan.”
Helaas sloegen alle behandelingen niet aan bij hem. ”Ik heb lang gedacht dat hij eroverheen zou komen, maar ik verloor langzaamaan de hoop.”
”Na verloop van tijd werd onze relatie ook steeds slechter, maar ik kon er niets van zeggen. Als er iemand naast je zit die al weet dat hij naar het hiernamaals gaat, is het lastig om te beginnen over je eigen situatie.”
Voor Yana zat er niets anders op dan de knoop door te hakken en ze vroeg stiekem de scheidingspapieren aan. Haar ex man stond vol verbazing te kijken.
”Ja, hij was verbaasd. Maar ik vind het ook zijn eigen schuld. Hij had er ook voor mij kunnen zijn, weet je. Ik heb dus ook gevoel. Ik kan niks met iemand die alleen aan zichzelf denkt.”
Haar ex heeft ze na de scheiding niet meer gezien of gesproken. ”Ik zag op Facebook dat hij zijn laatste adem had uitgeblazen.”
”Dat vond ik ook niet normaal. Niemand heeft mij hierover gebeld. Ze hebben geen respect voor mij, die familie van hem.”