In Nederland vinden actief transacties plaats van dossiers van personen in moeilijkheden met financiën.
Professionals die zouden moeten bijstaan, verhandelen dossiers onderling, wat vaak resulteert in kosten voor de cliënten, soms tot wel 1000 euro per keer.
“Mensen die al niets hebben, worden zo een investeringsobject.” Het aantal mensen onder bewind in Nederland bedraagt momenteel 266.000.
Dit houdt in dat zij vanwege langdurige schulden of bijvoorbeeld mentale problemen als dementie niet zelf hun financiën mogen regelen; bewindvoerders nemen deze verantwoordelijkheid over.
Echter, bepaalde bewindvoerders kopen en verkopen dossiers van cliënten, wat aanzienlijke financiële gevolgen heeft voor de betrokkenen, zoals blijkt uit een onderzoek van RTL Nieuws.
Bewindvoerders die hun praktijk willen uitbreiden, betalen voor dossiers van collega’s die stoppen of met pensioen gaan.
Variërend van 300 tot 1500 euro per dossier, maakt sociaal bewindvoerder Nelis van Steenhoven zich zorgen:
“Ik krijg regelmatig het verzoek om meer dossiers te kopen,” geeft hij aan. “Mensen die al niets hebben, worden zo behandeld als een object voor investering.”
De frequentie van kosten die aan cliënten worden doorberekend bij doorverkoop van dossiers is momenteel onbekend. Volgens de Raad voor de rechtspraak worden wekelijks 150 tot 230 keer per jaar meerdere dossiers tussen bewindvoerders verhandeld.
De kosten die hierbij worden berekend, variëren per situatie en zijn afhankelijk van de beoordeling door kantonrechters.
Het aanschaffen van een bewindsdossier is aantrekkelijk, omdat bewindvoerders een deel van de gemaakte kosten direct kunnen doorberekenen aan de nieuwe cliënt.
Onder bepaalde benamingen worden initiële kosten van 751 euro in rekening gebracht, terwijl 281 euro kan worden gevraagd door de vertrekkende bewindvoerder voor een afsluitende afrekening.
In totaal kan dit bedrag de grens van 1000 euro overschrijden, zonder noodzakelijkerwijs de wens van cliënten tot het veranderen van bewindvoerder te weerspiegelen.
Specialist in bewindszaken, André Moerman, merkt op dat de toepassing van aanvangskosten op deze wijze onjuist is.
“In gevallen waar iemand voor het eerst onder bewind wordt gesteld en er veel inspanning nodig is om de financiën te stabiliseren, zijn aanvangskosten gerechtvaardigd,” verklaart Moerman.
“Echter, wanneer een bewindvoerder vertrekt vanwege pensioen of een gerechtelijk ontslag, en het dossier wordt overgedragen, is er meestal aanzienlijk minder werk voor de nieuwe bewindvoerder,” voegt Moerman toe.
In situaties waar bewindvoerders door de rechtbank worden verwijderd vanwege onbehoorlijk gedrag, dienen hun cliënten wel ‘aanvangskosten’ te betalen aan de nieuwe bewindvoerder.
Recentelijk heeft de kantonrechter in Almelo bewindvoeringskantoor Stichting Zonder Zorgen ontslagen vanwege ‘onmiskenbaar slecht bewind’.
De 34 cliënten kregen een nieuwe bewindvoerder toegewezen, maar zullen zelf de aanvangskosten van 751 euro moeten voldoen volgens de uitspraak.
Bizar! De handel in dossiers van mensen met geldproblemen is levendig!
