Met de stijgende prijzen voor elektriciteit, gas en stookolie, zoeken steeds meer mensen naar manieren om te besparen op hun verwarmingskosten. Hoewel sommige besparingsmethoden verstandig lijken, blijken ze in de praktijk niet altijd effectief.
Een veelgebruikte strategie, zoals het ’s nachts volledig uitzetten van de verwarming, kan zelfs leiden tot hogere kosten. Laten we eens goed kijken naar hoe dit precies werkt.
Tijdens koude nachten koelt je huis flink af, en om het weer comfortabel warm te krijgen, moet de verwarming hard werken. Het lijkt logisch om de verwarming uit te zetten terwijl je onder de dekens ligt, maar hier komt thermische traagheid om de hoek kijken.
Dit houdt in dat het meer energie kost om afgekoelde muren en kamers opnieuw op te warmen, dan om een constante, lagere temperatuur aan te houden. Dit effect wordt sterker naarmate het verschil tussen de nacht- en dagtemperatuur groter is.
Experts raden daarom aan om de thermostaat ’s nachts niet helemaal uit te schakelen, maar minimaal op stand 2 te zetten, wat gelijkstaat aan een temperatuur van ongeveer 16 tot 18 graden Celsius.
Dit voorkomt niet alleen onnodig hoge energiekosten, maar helpt ook om schimmelvorming op muren te voorkomen. De vraag is: bespaar je meer door de verwarming ’s nachts lager te zetten, of kun je het beter aan laten staan?
Dit hangt sterk af van de isolatie van je woning en het type verwarmingssysteem. In goed geïsoleerde huizen blijft de warmte langer hangen, waardoor het verlagen van de temperatuur ’s nachts niet altijd de moeite waard is.
Bij vloerverwarming, dat langzaam opwarmt, kan het juist efficiënter zijn om de verwarming aan te laten, omdat het anders ’s ochtends langer duurt om de gewenste temperatuur te bereiken.
Slecht geïsoleerde huizen kunnen meer baat hebben bij een lichte temperatuurdaling ’s nachts, maar zelfs dan is het aan te raden de verwarming niet helemaal uit te zetten.
Als je eenmaal weet dat het volledig uitschakelen van de verwarming niet ideaal is, zijn er nog andere handige manieren om te besparen zonder kou te lijden. Hier zijn enkele eenvoudige maar effectieve tips:
1. Temperatuur per kamer aanpassen
Niet elke ruimte hoeft even warm te zijn. In de slaapkamer is een temperatuur van 18 graden vaak voldoende, wat aanzienlijk kan schelen in de stookkosten. Elke graad lager kan een besparing opleveren.
2. Sluit deuren tussen kamers
Door deuren te sluiten tussen kamers met verschillende temperaturen, voorkom je onnodig warmteverlies en hou je de energie-efficiëntie hoog.
3. Regelmatig ventileren
Frisse lucht warmt sneller op dan vochtige lucht. Ventileer kort maar krachtig door ramen volledig te openen in plaats van ze op een kier te zetten. Dit helpt ook om schimmelvorming te voorkomen.
4. Houd radiatoren vrij
Zorg ervoor dat meubels en gordijnen geen warmte van de radiatoren blokkeren. Dit voorkomt dat je energie verspilt en zorgt ervoor dat de warmte zich beter door de kamer verspreidt.
5. Sluit de zonwering ’s nachts
Door gordijnen en rolluiken te sluiten, kun je warmteverlies via de ramen beperken. Dit kan een besparing van 30 tot 50 procent op verwarmingskosten opleveren.
6. Ontlucht radiatoren
Aan het begin van het stookseizoen is het verstandig om de radiatoren te ontluchten. Hierdoor werkt je verwarmingssysteem efficiënter, wat volgens experts tot 20 euro per jaar kan besparen.
Met deze praktische tips en een goed begrip van hoe verwarming werkt, kun je zonder moeite besparen op je energiekosten. Het draait allemaal om slim omgaan met je verwarmingssysteem en je huis zo efficiënt mogelijk warm te houden.